De ochtend van 25 april 2015 was een normale ochtend. Ik woonde een kerkdienst bij in Karmidanda. En vertrok daarna samen met Kent, Jhajbaraj en Awijit naar Kalikhastan, om de bus te pakken. Vandaag stond Kathmandu op het programma. Leuk! Maar niet veel later begon de aarde te schudden. De weg scheurde open en het pad waar we 10 minuten daarvoor nog lachend liepen was er niet meer. Een aardbeving. En wij zaten er middenin.

Vanaf dat moment werd alles een soort waas. Ik herinner mij dat Jhabaraj schreeuwde dat alle huizen weg waren. Ik geloofde hem niet. Maar hij bleek gelijk te hebben. Samen met verschillende mensen liepen we terug naar Karmidanda. Dit ging niet altijd even soepel door de hevige naschokken die volgde. Een vrouw en haar kindje klampten zich aan me vast. En hoger op de berg kwam een kreet die je alleen hoort wanneer je een geliefde bent verloren.

Mirjam in Nepal met puin

Het puin

Aangekomen in het dorp bleek de complete bovenverdieping van Jhabaraj’s huis weggevaagd te zijn. De kamer waar we die nacht nog hadden geslapen was compleet verdwenen. Gelukkig was de hele familie oké. Maar ik was in schok. Het was zó onwerkelijk. Niet te bevatten.

Onderweg lag er bijvoorbeeld een oude man met een open hoofdwond, een gebroken arm die onophoudelijk bloedde en gebroken vingers. Zijn vrouw was overduidelijk in paniek. Logisch. Niet veel later kwam er een meisje aanstrompelen. Ze was volledig grijs van het stof. Nét uit het puin gered.

Jeepstuur in Nepal

Naschokken

Terwijl Erin en Kent allerlei oplossingen opsomde kon ik alleen maar zitten. Het greep me aan. Ik was van slag. Tot een tijdje later Jhabaraj de draad oppakte en begon met het bouwen van een onderkomen voor de nacht. Ik stond op en besloot te helpen. De hut werd gemaakt van hout, aluminiumplaten en stro. Net groot genoeg om met zijn zevenen onder te slapen die nacht. De naschokken waren nog steeds niet gestopt.

Het werd donker. Met mijn slaapzak als deken en rugzak als kussen viel ik in slaap. We werden regelmatig gewekt door de naschokken. Alles was zo onwerkelijk. Ik was bang en verdrietig. Maar vreemd genoeg had het slapen met zijn alle in het knusse hutje ook wel weer iets gezelligs.

WatertoevoerKarmidanda dorpje Nepal

De dag na de aardbeving

Na een korte nacht werd het licht. De gezichtsuitdrukkingen waren veranderd van bang naar verdrietig. Het was ontzettend zwaar om omringd te zijn door zoveel verdriet en ellende. Ik wilde het liefst zo snel mogelijk weg. Ook Jhabaraj was omgeslagen naar verdrietig. Huilend vertelde hij over zijn schulden. In paniek dat zijn kinderen hierdoor nooit meer konden gaan studeren.

Kent en ik wilde graag naar Kathmandu. We lieten daarom al het geld achter dat we konden missen. We wisten alleen niet dat er in Kathmandu géén elektriciteit zou zijn. De pinautomaten werkte dus niet. Onderweg lagen er gewonden langs de kant. En ook de eerste politieauto reed voorbij om doden te tellen.

Verderop bij de rivier werden er al lichamen verbrand. Het rook naar verbrand haar.

Na de ramp

Beving nepal

Vele indrukken

Mijn lichaam was zo moe. Van het wandelen. Van de indrukken. Mijn benen trilden zó erg dat we besloten om via de grote weg onze weg te vervolgen. Langs deze weg zagen we een groep mannen die lichamen gewikkeld in bebloede doeken op zelfgemaakte brancards naar beneden tilden voor de crematie. Een heftig en verdrietig gezicht.

Toen we rond 1 uur langs een gigantische scheur in de weg kwamen besloot ik de scheur vanaf de buitenkant te bekijken. Precies op dat moment volgde er een hevige naschok. De twee delen van de weg bewogen los van elkaar. Gelukkig kon ik snel naar de veilige kant springen. Verderop bij de rivier werden er al lichamen verbrand. Het rook naar verbrand haar.

Spookstad Kathmandu

De sfeer was zo agressief in het dorpje waar we pauze wilden nemen dat we besloten om snel door te lopen. Na nog ruim 8 kilometer lopen waren mijn benen op. Alles deed pijn. Een taxi bracht ons verder naar Kathmandu. Maar Thamel leek net op een spookstad. Alle winkels en hotels waren dicht. Een paar verwarde toeristen liepen over straat of zaten langs de weg. Verslagen.

Na de ramp in de stad

Een vriend van Jhabaraj bood ons een slaapplek aan op de vloer van zijn kantoor. Wij durfde hoger slapen wel aan waardoor we in de kamer van Raj en zijn vrouw mochten slapen. De nacht verliep allesbehalve rustig. De aarde werd opgeschud door naschokken. En bij elke schok zat ik rechtop in mijn bed.

Veilig en vertrouwd

Het werd éindelijk ochtend. Ik vertrok naar het vliegveld en na 1,5 uur wachten in de drukte was papa daar. Hij hief zijn armen in de lucht en riep: YES! Met een harde snik rende ik naar hem toe en omhelsde hem. Het voelde vertrouwd en veilig. Een gevoel waar ik naar snakte.